Bijlage G

Uniforme Regelen betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in het internationale verkeer (ATMF)

Artikel 1.
Omvang

Deze Uniforme Regelen stelt een procedure waarbij de spoorweg voertuigen en andere spoorwegmaterieel mogen worden of het gebruik in internationaal verkeer.

Artikel 2.
Definities

Voor de toepassing van deze Uniforme Regelen en bijlage, uitdrukking:

een) "Verdragsluitende Staat": elke lidstaat van de, niet heeft, overeenstemming met artikel. 42 § 1, de eerste zin van het Verdrag, voorbehoud ten aanzien van de Uniforme Regelen,

b) "Internationaal verkeer": de verplaatsing van spoorvoertuigen op spoorlijnen verbinden het grondgebied van ten minste twee verdragsluitende staten,

c) "Spoorwegmaatschappij": een particuliere of openbare, bevoegd om goederen of passagiers te vervoeren, en die voorziet in tractie,

d) "Infrastructuurbeheerder": iedere instelling of de autoriteit het beheer van de spoorweginfrastructuur,

en) "Houder": een persoon, die zijnde de eigenaar of gemachtigd om, continu op basis van zelffinanciering rollend materieel als een middel van vervoer.

f) "Technische Goedkeuring": een procedure die door de bevoegde autoriteiten, zodat voor de beweging van een railvoertuig en ander spoorwegpersoneel dat apparatuur voor gebruik in het internationale verkeer.

g) "Type goedkeuring: de procedure voor het type spoorvoertuig door de bevoegde autoriteiten, gezag waaronder zij erkent het recht van uitgifte, vereenvoudigde procedure, vrijgave voor voertuigen die aan dit type van de bouw,

h) "Ingebruikneming": het recht om het verkeer in het internationale verkeer toegekend aan elk van een spoorvoertuig door de bevoegde autoriteiten,

ik) "Spoorvoertuig": een voertuig in staat te bewegen op eigen wielen op spoorlijnen, met of zonder rijaandrijving,

j) "Andere spoorwegmaterieel": een voorziening die is ontworpen om het gebruik te trainen in internationale non-spoorvoertuig,

k) "Commissie van technisch deskundigen": de Commissie, als bedoeld in artikel. 13 § 1 branden. f) Conventie.

Artikel 3.
Toelating voor internationale

§ 1. Elk spoorvoertuig dat zou kunnen worden opgenomen in het internationale verkeer, moet worden toegestaan ​​in overeenstemming met deze Uniforme Regelen.
§ 2. Het doel van een maintenance release is om te controleren of de spoorvoertuigen die verantwoordelijk zijn:

een) regels van de bouw in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU,

b) regelgeving voor de bouw en de uitrusting die in de bijlage bij het RID,

c) bijzondere omstandigheden van de introductie bij de toepassing van artikel. 7 § 2 lub § 3.
§ 3. De bepalingen van § 1 ik 2 en de volgende artikelen van toepassing op de maintenance release van andere spoorwegmaterieel, constructie-elementen, of een voertuig of een ander spoorwegmaterieel.

Artikel 4.
Procedure

§ 1. Technische Goedkeuring is:

een) in een stap, als gevolg van vrijgave een spoorvoertuig onderhouden, of

b) in twee opeenvolgende stadia:
1. typegoedkeuring voor een type spoorvoertuig,

2. dan, voor gebruik van een type voertuig overeenkomstig de volgende vereenvoudigde procedure bevestiging van de samenstelling van dit type.

§ 2. Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de bepalingen van artikel. 10.

Artikel 5.
De bevoegde autoriteiten

§ 1. Technische Goedkeuring spoorvoertuigen in internationaal verkeer is de omvang van het recht voor deze regio van nationale of internationale autoriteiten,, overeenstemming met de wetgeving en de wet van kracht zijn in elk van de Verdragsluitende Staat.
§ 2. Overheid, bedoeld in § 1 kan verwijzen naar organisaties beschouwd als bevoegde autoriteit zijn om een ​​maintenance release voorzien toe te kennen, dat zij zorgen voor hun toezicht. De overdracht van bevoegdheden in de toekenning van een maintenance release naar een ander spoor bedrijf, de uitsluiting van andere dergelijke bedrijven is verboden. Ook, verboden de overdracht van bevoegdheden aan de infrastructuurbeheerder, die direct of indirect betrokken bij de bouw van spoorwegen.

Artikel 6.
Erkenning van maintenance release

Type goedkeuring en in het verkeer brengen en relevante certificaten afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staat overeenkomstig deze Uniforme Regelen wordt erkend door de, spoorvervoer exploitanten en infrastructuurbeheerders in de andere Verdragsluitende Staten, zonder dat een nieuw onderzoek en de re-release van de technische, nodig zijn voor het verkeer en het gebruik van hun grondgebied.

Artikel 7.
De regels van bouwvoertuigen

§ 1. Technische voertuigen die zij kunnen in dienst worden genomen in de internationale, overeenkomen met:

een) regels van de bouw in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU,

b) regelgeving voor de bouw en de uitrusting die in de bijlage bij het RID.
§ 2. Bij het ontbreken van relevante bepalingen in de bijlagen Uniforme Regelen APTU, de maintenance release worden over het algemeen erkende technische regels. Technische standaard, zelfs als het is goedgekeurd in overeenstemming met de procedure van deze Uniforme Regelen APTU, bewijs is, die welke in deze standaard hoogte is een algemeen erkend beginsel van technische.
§ 3. Met het oog op de technische ontwikkeling toegestane afwijking van de algemeen erkende technische regels en voorschriften voor de bouw van de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU toe, mits wordt aangetoond, dat:

een) ten minste hetzelfde niveau van beveiliging, die er voor zorgt naleving van deze regels en voorschriften, en

b) interoperabiliteit
zal worden verstrekt. § 4. Wanneer een Verdragsluitende Staat van plan is om het voertuig te creëren in overeenstemming met § 2 lub § 3, stelt de secretaris-generaal van de Organisatie. De Secretaris-Generaal stelt de andere Verdragsluitende Staat. Binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van de secretaris-generaal, Verdragsluitende staat kan verzoeken om de bijeenroeping van de Commissie van technisch deskundigen over de vraag of de voorwaarden voor toepassing van de vast te stellen § 2 lub § 3. Commissie een besluit over de zaak binnen drie maanden, datum van ontvangst door de Secretaris-Generaal van het voorstel van de Commissie om bijeen te roepen.

Artikel 8.
Bepalingen betreffende de bouw van andere spoorwegondernemingen apparatuur

§ 1. Andere spoorwegmaterieel, ze kunnen worden gebruikt in internationaal verkeer moeten, voldoen aan de bepalingen van de bouw in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU.
§ 2. Kunst. 7 § 2 doen § 4 is van overeenkomstige toepassing.
§ 3. Verantwoordelijkheden van de Verdragsluitende Staten, kader van de Europese Overeenkomst inzake internationale Railway Lines (AGC) van 31 Mei 1985 jaar, en met de Europese Overeenkomst inzake belangrijke lijnen gecombineerd vervoer en bijbehorende faciliteiten (AGTC) van 1 Februari 1991 jaar, intact.

Artikel 9.
De operationele regels

§ 1. Spoorwegmaatschappij exploitatie van de spoorwegdiensten voertuig een vergunning voor de exploitatie in internationaal verkeer is verplicht om te voldoen aan de werking van een voertuig in het internationale verkeer, opgenomen in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU.
§ 2. Bedrijven en overheden, infrastructuurbeheerders in de Verdragsluitende Staten, inclusief beveiliging, verkeersregeling, ontworpen werkzaam is om in internationale, zijn verplicht om aan de technische voorschriften in de bijlagen voldoen aan Uniforme Regelen APTU en de constante begeleiding van de bouw en exploitatie van deze infrastructuur.

Artikel 10.
Technische Goedkeuring

§ 1. Technische Goedkeuring (typegoedkeuring, ingebruikname) is verbonden met de constructie van een railvoertuig of railvoertuig zich.
§ 2. Een technische goedkeuring kan worden aangevraagd:

een) producent,

b) spoorwegmaatschappij,

c) t de houder van het voertuig,

d) eigenaar van het voertuig,
Aanvraag kan worden ingediend bij een bevoegde autoriteit van een Verdragsluitende Staat, als bedoeld in artikel. 5.§ 3. Kandidaten voor de toelating tot spoorvoertuigen kader van de vereenvoudigde procedure (kunst. 4 § 1 branden. b moet hechten een document naar de toepassing van de vrijlating van een, opgesteld in overeenstemming met artikel. 11 § 2 en zal bewijzen, dat het voertuig onderwerp van de aanvraag voor toelating tot de werking, correspondeert met deze constructie.
§ 4. Technische Goedkeuring wordt verleend zonder rekening te houden aan de aanvrager.
§ 5. Technische Goedkeuring wordt over het algemeen verleend voor onbepaalde tijd; Het kan een algemene of beperkte.
§ 6. Type erkenning kan worden ingetrokken, Indien blijkt dat de veiligheid, de volksgezondheid en het milieu, niet meer gewaarborgd door de beweging van voertuigen geconstrueerd of worden geconstrueerd volgens het type ontwerp.
§ 7. Laat de dienstverlening kan worden ingetrokken indien:

een) spoorvoertuig niet meer overeenkomt met de bouw van de bepalingen in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU, specifieke omstandigheden van de introductie op grond van artikel. 7 § 2 of 3 of voorschriften voor de bouw en de uitrusting die in de bijlage bij de RID en als de houder, op verzoek van de bevoegde autoriteit neemt niet weg dat gebreken binnen de tijd,

b) niet is voldaan of voldaan aan de verplichtingen of voorwaarden, gevolg van de beperkte reikwijdte van de erkenning op grond van § 5.
§ 8. Toestemming verkregen vorm van vrijgave voor gebruik mag trekken alleen het gezag, die waarin ze.
§ 9. Het plaatsen van in dienst opgeschort:

een) wanneer ze worden niet: technisch toezicht, onderhoud, Controle en onderhoud van spoorwegen voertuig voorgeschreven in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU, in bijzondere omstandigheden van de introductie op grond van artikel. 7 § 2 of 3 of voorschriften voor de bouw en de uitrusting die in de bijlage bij het RID,

b) wanneer, in geval van ernstige schade aan het voertuig, is niet uitgevoerd bevel van de bevoegde autoriteiten van de hierboven om een ​​voertuig te bieden,

c) in het geval van niet-nakoming van deze Uniforme Regelen en de bepalingen van de bijlagen voldoen aan de Uniforme Regelen APTU,

d) Indien de bevoegde autoriteit daartoe besluiten.
§ 10. Goedkeuring om te werken vervalt in geval van uitsluiting van de werking van een railvoertuig; vrijstelling moet de bevoegde autoriteit, die de vergunning heeft verleend om te werken.
§ 11. Bij het ontbreken van relevante bepalingen in deze Uniforme Regelen, de technische goedkeuringsprocedure van toepassing van het nationale recht van een Verdragsluitende Staat, waarin het werd ingediend voor de toelating Technische.

Artikel 11.
Certificaten

§ 1. Type goedkeuring en in het verkeer brengen, wordt geconcludeerd op basis van afzonderlijke documenten met namen: "Certificaat van vrijgave van" en "certificaat van vrijgave voor gebruik".
§ 2. Een bewijs van vrijgave moeten bevatten:

een) Identificatie van het type van de spoorweg voertuig

b) alle technische kenmerken nodig om het type van railvoertuigen identificeren

c) eventueel, specifieke voorwaarden van de licentie voor het type spoorvoertuig en spoorvoertuigen die overeenkomen met de aard van de.
§ 3. Een bewijs van vrijgave voor gebruik moet bevatten:

een) Aanwijzing van de houder van een spoorvoertuig,

b) alle technische kenmerken nodig om het voertuig te identificeren; het kan ook worden gemaakt aan de hand van een bewijs van vrijgave

c) eventueel, specifieke voorwaarden van de licentie voor een railvoertuig,

d) eventueel, de geldigheidsduur,

en) technische controle van voertuigen die in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU, in de bijzondere omstandigheden van de introductie op grond van artikel. 7 § 2 lub § 3 of in de voorschriften voor bouw en uitrusting die in de bijlage bij de RID-en andere technische studies over specifieke onderdelen van de structuur en de uitrusting van het voertuig.
§ 4. De certificaten worden gedrukt in twee of drie talen, waarvan ten minste men de taal waarin de te.

Artikel 12.
Gestandaardiseerde ontwerpen

§ 1. De organisatie die is opgericht het model geharmoniseerd "Bewijs van vrijgave van" en "certificaten van vrijgave voor gebruik". Ontwerpt ontwikkelt en keurt de Commissie van technisch deskundigen.
§ 2. Art.35 § 1 i § 3 doen § 5 Verdrag zijn dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 13.
Database

§ 1. De organisatie moet opstellen en bijwerken van de database voor spoorweg-voertuigen die tot het internationale vervoer.
§ 2. De bevoegde autoriteit of, bij, organisaties die door hen aan de aanvaarding van spoorvoertuigen in dienst, onverwijld mede aan de Organisatie van de gegevens die nodig zijn voor de toepassing van deze Uniforme Regelen, voor voertuigen die tot het internationale verkeer. Commissie van technisch deskundigen om te bepalen welke gegevens nodig zijn. Alleen deze gegevens worden opgeslagen in een gegevensbank. In alle gevallen dient de organisatie in te sluiten van de toepassing, Tijdschrift voor immobilisatie, intrekking van vrijgave voor gebruik en verander de auto afwijkt van het goedgekeurde type van de bouw.
§ 3. Verzamelde gegevens in de database zijn niet constitutief van de technische toelating van spoorwegmaterieel voertuig.
§ 4. De verzamelde gegevens beschikbaar:

een) Verdragsluitende Staten;

b) spoorwegondernemingen die betrokken zijn bij internationale, met hun hoofdkantoor in de Verdragsluitende Staten;

c) infrastructuurbeheerders met hun hoofdkantoor in de Verdragsluitende Staten, waar de communicatie-infrastructuur wordt gedaan;

d) fabrikanten van railvoertuigen, ten opzichte van hun voertuig;

en) alle houders van railvoertuigen, ten opzichte van hun voertuig.
§ 5. Bijlage bij deze Uniforme Regelen bepaalt de gegevens, voor de toegang door bevoegde personen, bedoeld in § 4 evenals de voorwaarden voor toegang. Bijlage is een integraal onderdeel van de Uniforme Regelen. De auditcommissie beslist over de inhoud van de bijlage op basis van een, als bedoeld in artikel. 16, kunst. 17 i kunst. 33 § 4 Conventie.

Artikel 14.
De opschriften en tekens

§ 1. Railway voertuigen die in gebruik moet hebben:

een) ondertekenen om duidelijk aan te geven, dat ze die tot het internationale verkeer krachtens deze Uniforme regels en

b) andere opschriften en tekens die in de bijlagen van de Uniforme Regelen APTU.
§ 2. Commissie van technisch deskundigen ondertekenen, bedoeld in § 1 branden. en data-en overgangsbepalingen, gedurende welke de spoorvoertuigen toegestaan ​​in het internationale verkeer kan worden ondertiteld, en de personages zijn anders dan de, bedoeld in § 1.
§ 3. Kunst. 35 § § 1 en 3 doen 5 Verdrag zijn dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 15.
Onderhoud

Railway voertuigen en andere spoorwegmaterieel moet worden gehandhaafd in goede staat, zodat hun toestand is op geen enkele wijze afbreuk doen aan het gevaar van uitbuiting en niet het milieu of de volksgezondheid schaden op het moment van de dienst of het gebruik in internationaal verkeer. Voor dit doel spoorvoertuigen moeten worden geïnspecteerd en de onderhoudswerkzaamheden die in de bijlagen van de Uniforme Regelen APTU, in bijzondere omstandigheden van de introductie op grond van artikel. 7 § 2 lub § 3 of voorschriften voor de bouw en de uitrusting die in de bijlage bij het RID.

Artikel 16.
Ongevallen en ernstige schade

§ 1. In het geval van een ongeluk of ernstige schade aan spoorvoertuig, Infrastructuurbeheerder, eventueel, samen met de houders en de betrokken spoorwegmaatschappijen, vereist:

een) onmiddellijk alle noodzakelijke maatregelen, om de veiligheid van het spoorwegverkeer verzekeren, respect voor het milieu en de volksgezondheid,

b) de oorzaak van het ongeval of ernstig lichamelijk.
§ 2. Voor de ernstige schade aan het voertuig moet, als je niet kunt oplossen met weinig inspanning met het oog op opname in de trein en rijden op eigen wielen kan zonder gevaar voor het leven.
§ 3. Ongevallen en ernstige schade onmiddellijk aan de macht, die heeft toegezegd om het verplaatsen van het voertuig. De autoriteit kan het beschadigde voertuig, Indien mogelijk reeds hersteld, om de geldigheid van het in testen om dienst. Eventueel, procedure voor vrijgave voor gebruik opnieuw worden gedaan.
§ 4. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten delen de Organisatie van de oorzaken van ongevallen en ernstige verwondingen in de internationale.
Commissie van technisch deskundigen kan, op verzoek van een Verdragsluitende Staat, onderzoekt de redenen voor het ernstige ongeval in het internationale verkeer voor mogelijke wijzigingen of toevoegingen aan de voorschriften voor bouw en werking van voertuigen en andere spoorwegmaterieel, opgenomen in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU.

Artikel 17.
Immobilisatie en weigering om het voertuig te aanvaarden

De bevoegde autoriteiten, als bedoeld in artikel. 5, andere spoor vervoersonderneming of infrastructuurbeheerder kan niet accepteren of te immobiliseren van het voertuig, als naleving van de bepalingen van de bijlagen van de Uniforme Regelen APTU, Speciale voorwaarden voor toelating op grond van artikel. 7 § 2 lub § 3, alsmede de bepalingen voor de bouw en de uitrusting die in de bijlage bij de RID.

Artikel 18.
Niet-naleving

§ 1. Onder voorbehoud van § 2 i kunst. 10 § 9 branden. c, juridische gevolgen die voortvloeien uit het niet aan deze Uniforme Regelen en de bepalingen van de bijlagen van de Uniforme Regelen APTU bepaalt het nationale recht van een Verdragsluitende Staat, waaronder collisieregels, de bevoegde autoriteit geeft toestemming om te werken.
§ 2. Burgerlijke en strafrechtelijke gevolgen van het niet opvolgen van deze Uniforme Regelen en de bepalingen van de bijlagen van de Uniforme Regelen definieert APTU, in relatie tot infrastructuur, het interne recht van een Verdragsluitende Staat, waaronder collisieregels, Indien de infrastructuurbeheerder is gevestigd.

Artikel 19.
Geschillen

Twee of meer Verdragsluitende Staten, tussen wie het geschil is ontstaan ​​inzake de vrijgave van de voertuigen en andere spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in het internationale verkeer, kunnen brengen het geschil aan de Commissie van technisch deskundigen, indien niet in staat om het op te lossen door middel van onderhandelingen. Geschillen in deze zin kan worden ingesteld bij de rechtbank, volgens de procedure vastgelegd in Titel V van het Verdrag.